Groep 5
Richard Rakké, Roos Laurens


Groep 5 - januari update
Agenda Januari-Februari
Vrijdag 26 januari: Judo
Maandag 29 januari: Studiedag, kinderen zijn vrij
Woensdag 31 januari: Voorleesactiviteit
Donderdag 1 februari: Leerlingenraad
Maandag 12 februari: Klassengesprek
Dinsdag 13 februari: Gesprekavond
Vrijdag 16 februari: Start voorjaarsvakantie

Juf Roos 
Vanaf maandag 22 januari staat juf Roos elke maandag voor de klas. 
 
Weekbeurt
22 januari tot en met 26 januari: Lieke en Tyler
29 januari tot en met 1 februari: Britt en Belle
5 februari tot en met 9 februari: Vince en Mika
12 februari tot en met 16 februari: Amber en Miley
 
Rekenen
Met rekenen sluiten we binnenkort blok 5 af met een toets, zodat we weten welke doelen door de kinderen behaald zijn. De doelen die nog niet worden behaald komen in het werkpakket van de kinderen terecht.
In blok 6 gaan we met het volgende aan de slag.
  • Sommen als 673+50= en 846-70= uitrekenen op een getallenlijn of in sommentaal.
  • Optelsommen tot 1000 uitrekenen door te splitsen in honderdtallen, tientallen en eenheden, zoals 643+288 = 600+200 en 40+80 en 3+8.
  • Bepalen welke tafelsom en welke deelsom bij elkaar horen, zoals 4x5=20 hoort bij 20:5=4.
  • Grote tafelsommen uitrekenen door te splitsen in tientallen en eenheden, zoals 3x76 = 3x70 en 3x6.
  • Deelsommen met rest uitrekenen, zoals 24:5= 4 rest 4.
  • Kalender en agenda aflezen, zoals welke datum is het een week later of eerder.
  • Kennismaken met draaisymmetrie.
Taal
Tijdens de taallessen werken we aan thema 4 ‘geld’. De volgende onderwerpen komen aan bod.
Woordenschat:
  • Woorden rond het thema ‘geld’ en ‘droomberoepen’.
  • Woorden opzoeken in een woordenboek en de betekenis vinden.
Schrijven:
  • Een folder schrijven.
  • Een inleiding en een slot van een verhaal schrijven.
Luisteren en spreken:
  • Kritisch naar reclame kijken en luisteren.
  • Iemand interviewen.
Kijk op taal:
  • Verkleinwoorden maken.
  • Van twee zinnen één zin maken.
Spelling
In blok 4 van spelling staan de volgende spellingswoorden centraal:
  • Heerlijk-woorden: Als je aan het einde van het woord ‘luk’ hoort, dan schrijf je ‘lijk’.
  • Molen-woorden: Als je aan het einde van een klankgroep een lange klank hoort, dan schrijf je een korte klank.  
  • Mollen-woorden: Als je aan het einde van een klankgroep een korte klank hoort, dan schrijf je de medeklinker daarna dubbel.  
  • Eend-woorden: Als je aan het einde van een woord een ‘t’ hoort, moet je het woord langer maken om te checken of je een ‘t’ of een ‘d’ schrijft.
  • Krab-woorden: Als je aan het einde van een woord een ‘p’ hoort, moet je het woord langer maken om te checken of je een ‘p’ of een ‘b’ schrijft.
Meander
Thema 3 van meander is ‘hoog en laag’.
Je kunt Nederland verdelen in hoog en laag Nederland. De begroeiing in hoog Nederland ziet er anders uit dan in laag Nederland. In beide delen van Nederland de mens de omgeving op een andere manier aangepast. De volgende onderwerpen komen aan bod:
  • Les 1: Laag en Nat (kleigrond, de zeespiegel en polders).
  • Les 2: Hoog en droog (heide, zandgrond en NAP).
  • Les 3: Provincies van Nederland en de bijbehorende eilanden.
Verkeer
Tijdens thema 2 van de verkeerslessen hebben we het over:
  • Fietsverlichting
  • Spelen op wieltjes
  • Veilig fietsen