Groep 6
Joëlla van der Burg, Inge Faasse


Groepsnieuws week 10
Deze week zijn de nieuwe lessenseries van het ontdekuur begonnen. We hebben onder andere lessen met klei, kubisme en drama. 
We kregen een gastles vanuit het kunstmenu over film en leerden hoe de eerste films werden gemaakt en gingen zelf aan de slag met het maken van een flipboekje. 
Vrijdag hadden we een sportieve dag, met zowel judo als zwemles. 's Avonds sloten we de week af met een gezellige filmavond in de school! 

Fijn weekend!

Weekbeurt 11 - 15 maart: Naomi en Hailey

Huiswerk:
mrt-april: spreekbeurt voorbereiden

Agenda:
22 mrt:   zwemmen
28 mrt:   Paasviering
29 mrt:   Goede vrijdag = vrij!
1 apr:     2e Paasdag = vrij!
10 apr:   Open podium
26 apr:   Koningsspelen
27 apr - 12 mei: Meivakantie!

Waar werken we aan: 
Rekenen
In Blok 7 leren we:
- een verhoudingstabel afmaken
- keersommen onder elkaar uitrekenen
- cijferenf aftrekken
- hoeveel dagen, weken, maanden of jaren er tussen 2 data zitten
- een datum in cijfers lezen en schrijven
- kiezen tussen oppervlakte en omtrek

Taal 
Taal 
Het onderwerp van Thema 6 is Vrij 
We leren: 
- woorden bij het thema games en computer 
- woorden bij het thema spelletjes 
- hoe je de betekenis van een werkwoord kunt vinden in een woordenboek 
- wat uitdrukkingen en hoe je de betekenis kunt vinden in een woordenboek 
- het verschil tussen spreektaal en schrijftaal 
- hoe je een tekst kunt verbeteren 
- argumenten voor en tegen een stelling herkennen 
- hoe je duidelijk en begrijpelijk iets uitlegt 
- Engelse woorden in de Nederlandse taal herkennen 
- wat telwoorden zijn

Spelling 
We werken in Blok 6 aan de volgende doelen: 
- Majesteit: deze woorden hebben iets met de tijd te maken. Daarom schrijf je teit. 
- Mollen: hoor je aan het eind van de klankgroep een korte klank, dan volgen er altijd 2 medeklinkers. 
- Molen: hoor je aan het eind van een klankgroep een lange klank, dan schrijf je a, e, o of u. 
- Auto's: woorden die eindigen op een lange klank, krijgen in het meervoud 's, behalve de ee 
- We leren de persoonsvorm in de verleden tijd van zwakke werkwoorden schrijven. Het gaat om werkwoorden waarvan de ik-vorm op een d of t eindigt