In dit overzicht staan de doelen van blok 3. Zo kan er eventueel thuis ook extra geoefend worden.
Rekenen:
- Een som als 35x67 cijferend uitrekenen.
- percentages aanwijzen of tekenen in een strook if cirkel.
-Berekeningen maken met de basisregel zoals 50% en 25%
-Een som uitrekenen met een verhoudingstabel.
-lengtematen omzetten.
-routekaart gebruiken.
Taal:
-Woorden bij het thema uitvinden
- dat je de betekenis van een woord kunt vinden door te kijken of je er een ander woord in herkent.
-woorden bij het thema kopen en verkopen.
-wat synoniemen en tegenstellingen zijn.
-verwijswoorden gebruiken
-Korte en duidelijke zinnen maken.
-het gezegde vinden
-het bijvoeglijk naamwoord
-hoe je van een werkwoord een bijvoeglijk naamwoord kunt maken.
Spelling:
-Woorden met een i die klinkt als /ie/.
-woorden met een c die klinkt als /s/ of /k/.
-woorden met een th die klinkt als /t/.
-woorden met eau die klinkt als /oo/.
-woorden met ou die klinkt als /oe/
-de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd schrijven.
-de persoonsvorm van sterke en zwakke werkwoorden in de verleden tijd schrijven.